Wat is de geschiedenis van je elektrische wagen?

In 1835 bouwt een Groningse professor de eerste voorloper van onze elektrische auto’s. Maar na zijn project zou het meer dan vijftig jaar duren voor de elektrische auto opnieuw in de belangstelling kwam. Het was namelijk pas toen dat in Frankrijk de batterij werd uitgevonden. Energie kon nu opgeslagen worden. Rond de wisseling van de 19de en 20ste eeuw, werd zelfs aangenomen dat de elektrische auto de toekomst zou worden.

Waarom was elektrisch rijden zo enorm populair meer dan honderd jaar geleden?

Het voornaamste probleem dat de ontwerpers hadden met elektrisch rijden was de actieradius van deze voor die tijd toch wel knappe ontwikkeling. Al had de elektrische auto veel voordelen vergeleken met de toen nog vrij nieuwe auto met verbrandingsmotor. De elektrische auto’s waren sneller, de snelheidsgrens van 100 km/u werd doorbroken door een Belg. Hij haalde met zijn elektrische ‘raketauto’ in 1899 maar liefst 105,88 km/h.

Ook maakten de elektrische auto’s veel minder lawaai, schudden veel minder en stootten geen vieze uitlaatgassen uit. Elektrisch rijden is in die periode zo populair dat veel taxibedrijven hun diensten met elektrisch aangedreven auto’s leveren. Zo werd de ‘Amsterdamsche Taxameter Automobielen Maatschappij’ of kortweg ATAX, opgericht in 1908. Het is een succes, en het bedrijf opent enkele jaren later ook een filiaal in Haarlem. Ze hebben nu meer dan 60 elektrische taxi’s rondrijden.

Waarom verdween tijdens de 20ste eeuw de belangstelling voor elektrische auto’s?

Het nadeel aan de elektrische auto’s, was dat de capaciteit van de batterijen heel laag was. Dat zorgde ervoor dat ze alleen in de stad werden gebruikt, waar de Taxibedrijven eigen laadpalen hadden verspreid in die stad. De actieradius was zo laag dat er niet tussen verschillende steden kon gependeld worden.

Daarnaast was de batterij zo zwaar dat de auto’s heel laag tegen de grond kwamen. Dat was niet altijd even eenvoudig met de toestand van de wegen in het begin van de 20ste eeuw.

Er werden steeds meer ontwikkelingen gemaakt bij de verbrandingsmotoren. Vooral in Amerika begonnen merken als Studebaker en Ford veel meer in de auto met fossiele brandstof te investeren. Die auto’s werden comfortabeler, het geluid werd gedempt en de ophanging verbeterde. Maar toch was het voornamelijk het probleem met de batterijen die de elektrische auto minder populair maakten. Er werd steeds meer olie ontgonnen, en benzine werd steeds goedkoper.

De nieuwe generatie elektrische auto’

Aan het begin van het nieuwe millennium kwamen de eerste lithium-ion batterijen op de markt. Dat was een enorme sprong voorwaarts voor het elektrisch gebruik, ook voor de auto-industrie. Batterijen met dezelfde omvang konden nu langer en meer energie leveren.

Een auto kon nu plots veel meer presteren met een kleinere batterij. En de lobbyisten voor een duurzaam milieu, hamerden steeds meer op de gevaren van de uitstoot van verbrandingsmotoren. Elon Musk, de controversiële miljardair, investeerde hierdoor in Tesla. Een elektrisch automerk dat nu nog steeds aan de top van dat marktsegment meedraait.

Een team studenten van de universiteit Eindhoven ontwikkelden zelfs een auto die helemaal autonoom kon rijden. Die wordt aangedreven door zonnepanelen die in het koetswerk verwerkt zijn. De energie die bij het rijden vrijkomt, wordt ook opnieuw gebruikt. Ze noemden het de Lightyear 0. Er is in de buurt van Eindhoven een constructeur die deze auto commercieel op de markt brengt. Het eerste model is vrij prijzig, maar de autobouwer belooft dat de Lightyear in 2025 niet meer dan € 30.000 zal kosten. We kijken uit naar deze veelbelovende toekomstplannen

Andere studenten bouwden de ZEM. Deze door zonne-energie aangedreven wagen haalt zelf na 20.000 km, 2 kilogram CO₂ uit de lucht. De toekomst van de elektrische auto ziet er opnieuw veelbelovend uit.