Wat staat er in de wet over autogordels, autozitjes en autostoeltjes. Zijn deze verplicht?
In Europa is afgesproken dat er strengere regels nodig zijn voor het vervoer van kinderen in de auto. Die regels hebben maar één doel: uw kind beter beschermen. De regels komen er op neer dat kinderen kleiner dan 1,35 meter in een goedgekeurd kinderzitje moeten worden vervoerd. Deze regel geldt voor zowel voor als achter in de auto. Volwassenen en kinderen groter dan 1,35 meter moeten de autogordel om en mogen zonodig ook een kinderzitje (zittingverhoger) gebruiken. Maar er zijn uitzonderingen. In de bus of de taxi bijvoorbeeld, is een kinderzitje niet verplicht. Een kinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens ECE - reglement 44/03 of 44/04 of i-Size. Dit vindt u op het keuringslabel of sticker (zoals hieronder afgebeeld). Om goed te werken moet het kinderzitje op de juiste manier zijn vastgezet.
i-Size kinderstoelen
i-Size kinderstoelen zijn erg veilig omdat kinderen achterwaarts worden vervoerd. Bij een i-Size kinderstoeltje wordt het kind bij een botsing in het stoeltje gedrukt waardoor de klap beter wordt opgevangen. Omdat de nek bij jonge kinderen nog niet sterk en dus extra gevoelig is. Worden deze stoeltjes vooral toegepast bij hele jonge kinderen. i-Size stoeltjes worden standaard ook op zijwaartse botsingen getest.
Airbag en kinderstoeltjes
Als een zitplaats een airbag heeft, mogen kinderen niet worden vervoerd in een (baby)autostoeltje dat tegen de rijrichting in is geplaatst, tenzij de airbag is uitgeschakeld. Of dat uitschakelen mogelijk is en hoe dat moet, staat in de gebruiksaanwijzing van de auto.
Autogordels en kinderzitjes goed gebruiken
Het is verplicht om de autogordels en kinderzitjes te gebruiken op de door de fabrikant voorgeschreven manier. (zo zijn ze getest). Het diagonale deel van de gordel mag bijvoorbeeld niet achter de rug langs of onder de arm door worden gedragen. Daarvoor is de gordel niet ontworpen en hij werkt dan ook niet goed. Ook voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kind is het veel veiliger de gordel op de juiste manier te dragen: het heupgedeelte onder de buik, zo laag mogelijk over het bekken, het diagonale deel over de borst, boven de buik.
Gordelgeleider
Een gordelgeleider (gordelclip) moet ervoor zorgen dat het diagonale deel van de autogordel over de schouder loopt en niet over de hals. Een gordelgeleider kan deel uitmaken van een zittingverhoger. Er zijn ook afzonderlijke gordelgeleiders te koop. Deze laatste mogen alleen gebruikt worden door volwassenen, door kinderen zwaarder dan 36 kg of zoals in de elders genoemde uitzonderingsgevallen waarin geen kinderzitje gebruikt hoeft te worden.
De afzonderlijke gordelgeleiders die in deze gevallen zijn toegestaan, moeten aan enkele eisen voldoen. Zij mogen alleen aan het diagonale deel van de autogordel zijn bevestigd. Een gordelgeleider die het heupdeel met het diagonale deel verbindt, is dus altijd verboden. Verder mag een gordelgeleider de goede werking van de gordel niet belemmeren en mag hij geen ruwe delen hebben die de gordel kunnen beschadigen.Voor kinderen blijft een zittingverhoger veiliger. Die zorgt er namelijk ook voor dat het heupgedeelte van de gordel over het bekken loopt en niet over de buik. Daardoor kan bij een ongeval ernstig inwendig letsel voorkomen worden. Met een gordelgeleider blijft de kans op dergelijk letsel aanwezig. Gebruik dus als het even kan liever een zittingverhoger.
Bijzondere gevallen en uitzonderingen bij autostoeltjes
Er zijn een aantal uitzonderingen op de regel. Zo mag er bij incidenteel vervoer over beperkte afstand (dus niet op een vakantiereis) voor kinderen vanaf 3 jaar (niet de eigen kinderen) gebruik worden gemaakt van de gordel op de achterzitplaatsen. Als dit regelmatig voorkomt, is het natuurlijk veel veiliger om toch voor een of meer extra kinderzitjes te zorgen.
Deze zijn er, omdat niet altijd van u of van anderen verlangd kan worden dat er (voldoende) kinderzitjes voorhanden zijn of geplaatst kunnen worden. Uiteraard is het altijd verstandig om voor de meest veilige manier van vervoer te kiezen. En bijvoorbeeld een kinderzitje mee te geven wanneer uw kind met iemand anders meerijdt. Let op: kinderen jonger dan 3 jaar mogen met uitzondering van taxi en bus uitsluitend vervoerd worden in een kinderzitje.
Het verplicht dragen van autogordels
Volwassenen moeten voor en achterin de auto de autogordel om. Echter er zijn uitzonderingen dat gordels voorin het voertuig wel verplicht zijn en achterin niet. Denk daarbij aan auto’s die voor 1 januari 1990 geproduceerd zijn.
Autostoeltje in taxi en busvervoer
In bussen en op de achterbank van een taxi is een kinderzitje niet verplicht. Kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen moeten dan, voor zover aanwezig, de gordels gebruiken en kinderen jonger dan 3 jaar mogen in dat geval vrij worden vervoerd. Neem bij voorkeur geen kind op schoot, want dat is riskant bij een frontale botsing.
Onderwerp gerelateerde artikelen
Autoverleden – schadeverleden via kenteken of chassisnummer opvraagbaar.
autoverleden.nlZelf je auto uitlezen? en opzoek naar deskundig advies? De oplossing voor uw diagnoseprobleem!
OBDwarenhuis.nl